mei 5, 2024

Soest Nu

Soest Nu is de toonaangevende aanbieder van kwalitatief Nederlands nieuws in het Engels voor een internationaal publiek.

Roemenië en Bulgarije sluiten zich gedeeltelijk aan bij de Schengenruimte voor vrij verkeer

Roemenië en Bulgarije sluiten zich gedeeltelijk aan bij de Schengenruimte voor vrij verkeer

De Roemeense regering maakte woensdag bekend dat Roemenië en Bulgarije een overeenkomst hebben bereikt met Oostenrijk om in maart 2024 toe te treden tot het Europese Schengengebied voor vrij verkeer over zee en door de lucht. De Roemeense premier Marcel Ciulacu schreef op Facebook: “Na 13 jaar zal Roemenië “Eindelijk lid worden van Schengen! We hebben een akkoord.” Politiek over deze kwestie.

Het Roemeense ministerie van Binnenlandse Zaken zei in een verklaring dat er een “politiek akkoord” was bereikt tussen de drie landen over de uitbreiding van de zone “naar de lucht- en zeegrenzen” van Roemenië en Bulgarije “vanaf maart 2024.”

De kwestie van het openen van de landgrenzen is uitgesteld tot de besprekingen volgend jaar plaatsvinden. Oostenrijk, dat een jaar geleden bezwaar maakte tegen de toetreding van de twee landen, bracht begin december vorig jaar het idee naar voren van wat het ‘Air Schengen’ noemde.

Ze zei dat ze bereid was de regels voor het luchtverkeer voor Bulgarije en Roemenië te versoepelen als Brussel de buitengrenzen van de Europese Unie versterkt.

Roemenië en Bulgarije, sinds 2007 lid van de Europese Unie, werden eind 2022 uitgesloten van de uitgestrekte regio waarin ruim 400 miljoen mensen vrij kunnen reizen zonder controles aan de binnengrenzen.

Hun verzoeken werden tegengewerkt door Oostenrijk, dat al jaren klaagde dat het een onevenredige hoeveelheid illegale immigratie moest tolereren als gevolg van de zwakke bescherming van zijn Schengen-buitengrenzen.

Het Schengengebied werd in 1985 gecreëerd en omvat 23 van de 27 EU-lidstaten en de geassocieerde buurlanden Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

READ  Israëli's protesteren tegen justitiële hervorming

Le Monde met AFP